Dit verhaal is gebaseerd op de verhoren van Ren de B. en Tom G., twee topcriminelen uit het octopussyndicaat waarvan een groot deel in 1993/94 is opgerold. De Duitse autobaan, een winterse dag. Tom vloekte hartgrondig. Het verkeer op de linkerweghelft werd opgehouden door een achterlijke Opel Corsa. Hij claxonneerde, lang en irritant. Maar de kleine, zuinige wagen wist van geen wijken. Hij zette een inhaalmanoeuvre naar rechts in. Al toeterend kwam hij langszij. Ter hoogte van de voorste stoelen bleef Tom hangen. Hij keek de wagen in en tikte snel achter elkaar met zijn vinger tegen zijn voorhoofd. Een bejaard echtpaar staarde hem apathisch aan. Eerst de man, de bijrijder, en langzaam kwam de bestuurster wat naar voren om de zenuwachtige medeweggebruiker naast haar te kunnen bekijken. “Geen wonder, geen fuckin’ wonder!”, schold Tom. Hij drukte op het knopje van het bijrijdersraam en schreeuwde: “Was haben sie 55 jahr geleiten gemacht, arshlochen!” Hij wist niet of zijn grammatica goed was, evenmin of ze hem berhaupt hadden gehoord. Maar opgelucht gaf hij een dot gas en stoof weg. Tom kende de weg op zijn duimpje, maandelijks reed hij deze route. Van Deventer naar Wenen en weer terug. Tom G. was hofleverancier van cocaïne voor de Weense upperclass. Via een beleidsmedewerker van een kleine splinterpartij, voorzag de welvarende Nederlandse Engelsman het gehele Oostenrijkse politieke spectrum van pepdrugs. Tom had een hekel aan dat dure gedoe. Veel srupules om grof geld aan dat hypocriete zooitje te verdienen had hij niet. Ruw werd de jongeman uit zijn overpeinzingen gerukt. Hij keek in zijn achteruitkijkspiegel en zag een stuk achter hem nog net de Corsa over de kop door de lucht vliegen en op de tegengestelde rijbaan terecht komen. Daarna verdween het vreselijke beeld van de spiegel omdat snelweg een bocht maakte. “Jezus fuck, zo had ik het ook niet bedoeld!”, krijste hij uit. “Fuck!!!” Een fractie van een seconde later hoorde hij van ver de doffe klappen van op elkaar inrijdend metaal. Razendsnel flitste hij met zijn groot licht om de tegenliggers die ter hoogte van hem reden, te waarschuwen. Enkele remden af, de meesten flitsten net zo hard door. Terwijl hij door bleef seinen, pakte Tom in een beweging zijn telefoon en belde het alarmnummer van de Autobahn. Kort en zakelijk gaf hij de locatie door en wat er aan de hand was. De telefoniste wilde zijn naam weten, maar Tom verbrak als in een automatisme de verbinding. In zijn branche was het geven van een naam alleen al onwenselijk, zeker aan de kit. Dit alles had zich in nog een tien seconden afgespeeld. Nu pas schoot het door hem heen om te stoppen, om te helpen. Maar de politie kon elk moment komen, dus reed hij door. “Ooh jezus”, huilde Tom, maar hij reed door, hard. Drie kilometer verder was een wegrestaurant. Hij schatte in of hij kon stoppen. De hulpdiensten zouden in elk geval aan de andere kant zijn. En bovendien, hij kon altijd beweren dat hij al wat langer in het restaurant zat. Bibberend draaide hij de afslag op. Inmiddels waren de sirenes van alle kanten al duidelijk hoorbaar. Klanten en personeel van het restaurant stonden op de parkeerplaats en keken naar de steeds leger wordende autobaan. “Was ist passiert?”, schreeuwde een vetzak die brutaal zijn weg versperde. “Weiss ich nicht”, zei Tom door het geopende raam, “het gebeurde achter me, ik heb het niet kunnen zien”. De man bleef staan. “Mensch, laat me erdoor”, schreeuwde Tom, “Ich brauche ein caffee, darf ich?!!!” Argwanend stapte de Duitser opzij. Later zou hij getuigen dat Tom naar alle waarschijnlijkheid de veroorzaker van het ongeluk was. De drugshandelaar snelde naar binnen en schoot de wc in. “Allejezus, geen wonder dat die man me zo wantrouwde, ik zie eruit als een lijk”, dacht hij. Het koude water op zijn gezicht deed hem goed. Tom liep naar het buffet en bedacht zich toen dat zijn sigaretten nog in zij auto lagen. Even overwoog hij een nieuw pakje te kopen, maar hij ging toch naar buiten. Er stonden nog meer mensen op de parkeerplaats, enkelen liepen zelfs al op de vluchtstrook in de richting van het ongeluk. De vette Duitser was niet meer te zien. Nonchalant mengde Tom zich tussen het publiek. Niemand herkende hem van het incident met de dikzak. Opgelucht liep hij naar de auto en pakte zijn peuken. Als in een automatisme keek hij in de achteruitkijkspiegel. In een flits herinnerde hij zich dat direct voor en achter de Corsa geen enkele andere wagen zat. “Ze waren zelf tegen de vangrail aangereden”, bedacht hij zich. “En had dat misschien met mij te maken?” Schuldgevoel laaide in hem op. Onvast op zijn benen liep hij terug naar het restaurant. Plots werd zijn weg versperd. Tom keek op. Een bloedmooie dame keek hem aan. “Hallo Nicky Lauda, wat zie jij pips?”, vroeg ze zwoel in onvervalst Nederlands. De schrik sloeg de man om het hart. “Wa, wat zeg je?”, stamelde hij in het Nederlands terug. “Herinner jij de Audi achter je toen je die ouwetjes inhaalde?”. Ze likte met haar tong langs haar lippen en wachtte op een antwoord, “Mhmmm?” Tom schudde naar eerlijkheid zijn hoofd. “Wel, laten we maar even naar een kamertje gaan, dan zal ik het je uitleggen”, kirde de mooie vrouw en ze ging hem voor. Tom volgde niet begrijpend. Een kamer was snel geregeld, alhoewel Tom ervoor moest tekenen. Toch deed hij het. Later zou hij verklaren dat hij nog steeds niet begreep waarom. Sex was op dat moment totaal nog niet im frage. De bloedmooie vrouw deed de deur voor hem open en zwierde zelf ook naar binnen. Ze duwde hem op het bed en ging voor hem staan. “Ik zal het je vertellen”, zei ze hees terwijl ze hem een knipoog gaf. “Ik reed achter je. Nadat je met die Corsa had gecommuniceerd, stoof je weg. Vrijwel meteen gingen de ouwetjes naar rechts. Ik kon er dus links langs”. De vrouw begon zich te ontkleden. “Ik zag dat de man ruzie maakte met zijn vrouw. Telkens wees hij op jou. Nadat ik was gepasseerd, zwaaide de auto weer met een ruk naar de linkerbaan. De achterliggende wagens remden af”. Ze had haar blouse uitgedaan en ontknoopte haar bh. Een paar fantastische borsten verwelkomden zachtjes wiegend hun vrijheid. Ze streelde zichzelf en sprak verder. “Ik reed door, maar bleef in de spiegel kijken. De man en vrouw ruzieden verder. Blijkbaar wilde zij naar rechts, maar hij wilde dat ze op de linkerweghelft bleef rijden. De auto zwaaide vervaarlijk heen en weer”. Met open mond hoorde Tom het verhaal aan. Hij was verbijsterd door de manier waarop ze het vertelde. Haar stem was langzaam overgegaan in opgewonden gehijg. Begeleid door af en toe een kreuntje begon ze haar borsten te strelen. “Ik, ooh, aaah, weet het niet. Drie, vier keer slingerde de wagen van links naar rechts. Ik bleef kijken. Hij pakte telkens het stuur. En zomaar, zonder dat ik het zelf in de gaten had, gleden mijn vingers tussen mijn dijen. Het was, ooh, het was alsof ik zou weten wat er zou gaan gebeuren. En toen, oooh jaaah! Pffff, toen raakte de voorkant van de wagen de vangrail. Mhmmm, vrijwel direct sloeg de wagen over de kop. Het dak raakte de vangrail en de wagen kreeg daardoor nog een zet. Aaah, tssss, jaaah, ooh ja, ooh ja, en hij vloog naar de andere kant”. “Stop!”, schreeuwde Tom terwijl hij zijn ogen gefixeerd hield op haar handen die wild tussen haar eigen mooie benen graaiden. De vrouw stopte en keek hem verbouwereerd aan. “Maar snap je het dan niet?”, vroeg ze quasi onschuldig. Tom schudde zijn hoofd. Een paar tranen trokken vochtige sporen over zijn wangen. “Jij hebt die luitjes vermoord. Door jou kregen ze ruzie, door jouw irritante weggedrag. En ik, mhmmm haar vingers bewogen weer achter het geile slipje ik heb het allemaal mogen zien, mhmm”. Ze liep op hem af en ze raakte hem aan. “Handsome, hoe heet je eigenlijk, ik ben Sabrina”. “Tom”, zei de man met zijn hoofd bijna tussen zijn knien. “Zeg jij eens eerlijk Tom, vind jij het geen opwindende gedachte? De opwinding dat jij verantwoordelijk bent voor de dood, hun dood, mhmm?” Tom keek haar aan. Ze betastte haar borsten, kneep en draaide haar heerlijke spenen. Zijn lid richtte zich op. Hij dacht erover na. Was er opwinding in zijn schuld? Haar hand gleed over haar eigen lichaam, recht naar haar geschoren kut. Hij volgde haar, gefascineerd. Hij dacht na over zijn schuldgevoel, hij zag een zich daarop masturberende vrouw. Pervers, gruwelijk. Toch sprong hij niet op om haar tot de orde te roepen, toch bleef hij kijken naar het geile, roodroze schaamvlees. “Kijk maar eens goed hoe opgewonden ik ervan ben geworden”, steunde Sabrina. Ze maakte zichzelf open. Met grote ogen zag hij het vrouwelijke slijm zitten. Pareltjes geil maakten zich los uit haar neukgat en kwamen op de binnenkant van haar dijen terecht. “Je bent ziek”, zei Tom zacht. Sabrina knikte en retourneerde: “En jij bent een moordenaar”. Dit was voor Thomas teveel. Hij sprong op, greep een arm en sleurde haar op het bed. In een oogwenk had zijn kleren uitgedaan. “Ooh ja, verkracht me, neem me, moordenaar, bruut!”, kweelde de vrouw. Ze stak haar gespreide benen in de lucht. De kut was open, nat en klaar om genaaid te worden. Tom liet zich ertussen vallen. Zijn enorm gezwollen lid schampte het geschoren vlees. Hardhandig propte hij zijn tokus in het warme gat. Sabrina gilde het uit. “Ooh ja, naai me, neem me. Doe het! Doe het!” En Tom deed het. Woest en gretig haalde hij zich in en uit haar lichaam. Steeds sneller, steeds bruter stootte hij zijn paal in het schreeuwende onderlichaam, tussen het natte neukvlees. Sabrina legde haar benen om zijn middel. Ze trok hem bij iedere stoot nog steviger tegen zich aan. “Zeg wat je bent”, beval ze opgewonden, “zeg wat je bent!” Haar memmen werden wild heen en weer geslingerd door zijn en haar bewegingen. Tom zag dat ze zich af en toe in haar tepel kneep. Het werd hem teveel. Het zaad maakte zich los uit zijn lichaam en spoedde zich naar de overgave. Hij wilde, moest, kon het niet voorkomen. “Ik, oooh”, kreunde hij, “Ik ben een moordenaar!!!” Tom en Sabrina kwamen tegelijk klaar. Net voordat zijn zaad in haar spoot, steunde ze: “Ik zie ze nu verongelukken, het gebeurt weeer!!!” Tom nam het over. Zijn hele wezen zat in het beeld van de achteruitkijkspiegel. En hij kwam erop klaar. Voor een moment schaamde hij zich er niet voor, voor een moment was het zjn opwinding. De man loosde dikke zaadklodders in de orgastisch samengeknepen kut. Vlijmscherpe nagels drongen in zijn rug, verstarde benen hielden hem vastgeklemd en het verstikkende, weke vlees van haar tieten werd in zijn gezicht geduwd. Bezweet en hijgend kwam het perverse tweetal tot rust. Een moment keken ze elkaar aan, toen waren ze verstrengeld in een innige tongzoen. “Had je het ook? Had je het ook?”, bleef ze gehaast en opdringerig vragen. Tom knikte, sloot zijn ogen en zei zachtjes: “Ja, jammer genoeg wel”. “Ooh schatje”, barstte Sabrina uit, “Ooh wat opwindend, ooh wat geil”. Ze zette zich op zijn middel en schoof opgewonden met haar clitoris over zijn onderbuik. Tom’s pik richtte zich weer op. En voor de tweede keer zat hij in haar, nu deed zij het voor hem. Ze wilde in alle standen genaaid worden. Tom’s opwinding kwam niet meer van het ongeluk, maar van Sabrina’s eerlijke perversiteit. Hij naaide haar zoals zij het wilde. Bij iedere stoot moest hij in detail vertellen wat hij had gezien in zijn spiegel. Bij iedere stoot kwam zij klaar. Tom had iets dergelijks nog nooit meegemaakt in zijn leven, en het wond hem mateloos op. Nog twee keer kwam hij klaar, in haar mond en in haar anus, toen was het vuur definitief weg. Ook Sabrina was uitgeput. Ze snurkte zachtjes terwijl hij de kamer uitsloop. Pas in de rechtszaal kwamen ze elkaar weer tegen. Hij als verdachte van drugshandel, zij als getuige. De officier moest hard maken dat Tom op de dag van het ongeluk naar Wenen reed voor zijn criminele handel. Na een lang en intensief onderzoek kwam het Openbaar Ministerie met het ongeluk naar voren. Sabrina, de vette Duitser en wat restaurantpersoneel identificeerden hem. Ook het ongeluk zelf kwam ter sprake. Maar niemand achtte het redelijk dat hij daar schuldig aan kon zijn. Hij kreeg acht jaar, waarvan twee voorwaardelijk. Van de perverse Sabrina is de afgelopen twee jaar niets meer vernomen.